Capibara’s zijn ’s werelds grootste knaagdieren. Alleen al daarom zijn ze indrukwekkend. Daar komt nog bij dat het familieleden zijn van de veel bekendere cavia die ik vroeger als huisdier hield, én ik had ze nog nooit in het wild gezien. Het hoeft niet te verbazen dat ik stiekem hoopte om tijdens onze trip naar Argentinië in oktober graag capibara’s in het wild te kunnen observeren en filmen. Want ook al zijn ze zo groot en komen ze over heel het Amazonegebied voor, toch zijn ze niet altijd even simpel om te zien. In Ecuador en Suriname bijvoorbeeld hebben we wel pootafdrukken gezien, maar zijn we ze nooit tegengekomen.
Capibara’s zijn ’s werelds grootste knaagdieren. Alleen al daarom zijn ze indrukwekkend. Daar komt nog bij dat het familieleden zijn van de veel bekendere cavia die ik vroeger als huisdier hield, én ik had ze nog nooit in het wild gezien. Het hoeft niet te verbazen dat ik stiekem hoopte om tijdens onze trip naar Argentinië in oktober graag capibara’s in het wild te kunnen observeren en filmen. Want ook al zijn ze zo groot en komen ze over heel het Amazonegebied voor, toch zijn ze niet altijd even simpel om te zien. In Ecuador en Suriname bijvoorbeeld hebben we wel pootafdrukken gezien, maar zijn we ze nooit tegengekomen.
El Palmar National Park, Argentinië
Ons geduld werd niet lang op de proef gesteld. Het eerste park dat we bezochten was El Palmar National Park, ongeveer 700km ten noorden van Buenos Aires. Dit gebied is bekend om zijn Yatay-palmbomen (Syagrus yatay), vandaar de naam van het park. Yatay-palmbomen zijn door de toenemende landbouw en veeteelt erg zeldzaam geworden. Het park bevat heel wat moerasjes en riviertjes, en bleek de ideale capibara-plek te zijn!


Letterlijk de eerste zoogdieren die we tegenkwamen was een capibara-familie. De moeder en haar jongen lieten zich goed benaderen, zodat we ze zonder storen konden filmen. Het bleken niet de enige capibara’s te zijn. Overal waar ook maar een beetje water te vinden was, konden we wel capibara’s spotten. Meestal al grazend, soms al (modder)badend, soms al rustend of soms al zwemmend.
Helaas vonden we langs de weg ook een dode capibara. Zelfs in gebieden waar amper iemand komt, worden wilde dieren slachtoffer van het verkeer… Hoe jammer dit ook was, toch bieden dode dieren natuurlijk wel altijd kansen.We installeerden onze 360°-camera, en dan was het wachten op de eerste aaseter, een kuifcaracara (Caracara plancus), een algemeen voorkomende, maar prachtige roofvogel.
Capibara’s en viscacha’s naast de tent!
Tegen de avond zetten we onze tent op, en voor we het wisten waren we omringd door enkele capibara’s die het gras kort kwamen houden. Van een afstandje gezien, zeker in het halfdonker, lijken capibara’s wel wat op nijlpaarden. En eigenlijk kan je ze ook vergelijken met de Zuid-Amerikaanse knaagdierequivalenten van de Afrikaanse nijlpaarden. Beiden zijn de echte grazers van de vochtigere gebieden. ‘Capibara‘ betekent trouwens ‘meester van het gras‘.
Straf om te zien, maar het werd nog mooier. We hadden al enkele diepe holen opgemerkt, en eenmaal de capibara’s waren gaan slapen werden ze afgewisseld door de bewoners van die holen: viscacha’s (Lagostomus maximus)!
Straf om te zien, maar het werd nog mooier. We hadden al enkele diepe holen opgemerkt, en eenmaal de capibara’s waren gaan slapen werden ze afgewisseld door de bewoners van die holen: viscacha’s (Lagostomus maximus)! Hoewel ze lang niet zo groot zijn als capibara’s, zijn het toch stevige knaagdieren die familie zijn van de bekendere chinchilla.

Viscacha’s leven in groepen die tot wel 50 dieren kunnen bestaan: enkele mannetjes, en heel veel vrouwtjes. Hun ondergronds hol wordt een viscachera genoemd, en de vrouwtjes blijven hier permanent in wonen. De mannetjes daarentegen veranderen elk jaar van viscachera. Verschillende mannetjes gaan in competitie om toegang te krijgen, maar een jaar later verlaten ze uit eigen wil hun veroverde burcht zodat een nieuw mannetje de viscachera kan overnemen. Dit is hun strategie om inteelt tegen te gaan.
Iberá wetlands
Een tweede gebied waar we heel wat capibara’s konden observeren, waren de uitgestrekte Iberà wetlands, na de Braziliaanse Pantanal het grootste moerasgebied ter wereld. Ook hier konden we verschillende capibara-families waarnemen en op de rand van het moeras zagen we ze zelfs paren.
Knaagdieren van de grootte van een capibara zijn echt uitzonderlijk. Hoewel ze enkel in Zuid-Amerika voorkomen, liggen hun roots wel in Afrika. Hun verre voorouders ontstonden hier 80 miljoen jaar geleden. 40 miljoen jaar geleden arriveerden ze in Zuid-Amerika, waar op dat moment relatief weinig roofdieren aanwezig waren. Op andere plekken bleven knaagdieren klein, zodat ze zich makkelijk konden verstoppen tegen roofdieren, maar hier konden ze uitgroeien tot de fascinerende dieren zoals we ze nu kennen, de capibara’s, meesters van het gras!