RingslangEen slangenland is België zeker en vast niet, maar toch kruipen er bij ons 3 geweldige soorten rond: de onopvallende gladde slang die vaak in de heide te vinden is, de giftige adder die je in Vlaanderen enkel in een aantal Antwerpse gebieden moet gaan zoeken, en tenslotte de ringslang. Van deze laatste soort zijn er de laatste tijd in Limburg een aantal nieuwe populaties ontdekt. Peter Engelen, al jaren gepassioneerd door onze inheemse herpetofauna, heeft zowat alle nieuwe populaties zelf ontdekt, en met hem ging ik deze week een kijkje nemen in een natuurgebied in Maaseik, waar vorig jaar voor de eerste keer een ringslang werd waargenomen, en dit jaar al werd het eerste broedgeval in Limburg hier vastgelegd!

Toen er in dit gebied vorig jaar voor de eerste keer een ringslang werd gezien, werden onmiddellijk drie broedhopen aangelegd. Broedhopen zijn stapels plantaardig materiaal, en middenin de broedhopen kan het door het rottingsproces van het plantaardig materiaal erg warm worden. Van deze warmte maakt het ringslangvrouwtje gebruik om haar eieren te laten uitbroeden.  Gedurende 6-8 weken moeten de eieren een temperatuur hebben van 28-30 graden, én ze moeten voldoende vochtig zijn. Een broedhoop moet dus wel aan een aantal belangrijke kenmerken voldoen. Een te kleine hoop droogt bijvoorbeeld te snel uit, en om te kijken welke broedhopen het meest ideaal zijn, werd elke broedhoop iets anders gemaakt. Wat niemand had verwacht, maar iedereen had gehoopt, was uitgekomen: dit jaar al waren de eerste jonge ringslangen te vinden! Minstens 30 ringslangbabys werden in de broedhoop geboren.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Fantastisch eigenlijk hoe snel natuurvriendelijke ingrepen hun effect hebben, en het toont aan dat mensen die kennis van zaken hebben, geweldige dingen kunnen verwezenlijken, zelfs op zeer korte termijn. Ik had het geluk enkele jonge ringslangen te kunnen bekijken. Eéntje was zelfs net geboren en had nog melkachtige oogjes, het teken dat de vervelling gaat beginnen. Peter vond ook nog twee grotere volwassen dieren.

Ringslangen zijn trouwens absoluut ongevaarlijk en bijten niet. Het enige “ongemak” dat ze kunnen veroorzaken vormt hun geur. Wanneer ze zich bedreigd voelen, scheiden ze een vieze geur af, en houden ze zich dood. Door dit afweermechanisme verliest het roofdier hopelijk zijn interesse in de slang, en kan de slang snel terug wegkruipen als het roofdier weg is.

Op steeds meer plekken worden ringslangen gevonden, en ik hoop dat hun populatie de volgende jaren nog veel sterker gaat uitbreiden. Het eerste broedgeval in Limburg geeft alleszinds aan dat ze op de goede weg zijn!

Ik heb hierover een kleine reportage gemaakt, deze kan je hieronder terugvinden:

Indien je op de hoogte gehouden wil worden van volgende filmpjes en blog-posts kan je je mailadres rechts van dit artikel invullen.