De Viroin is één van de meest biodiverse regio’s van België. Vorige week trok ik er met Gina enkele dagen naartoe om op zoek te gaan naar de grote en kleine beestjes die er leven, en ook wel een beetje om mijn nieuw speelgoed, een drone, te testen.
De regio is genoemd naar de rivier de Viroin, een zijrivier van de Maas die door het landschap snijdt, en staat bekend omwille van zijn kalkhellingen. Die hellingen zijn onderdeel van een 130km lange kalkstrook, die ook wel de Calestienne genoemd wordt.
400 miljoen jaar geleden was de regio namelijk een tropische zee, en de hellingen van nu zijn overblijfselen van koraalriffen van toen. Die zuidelijk gerichte kalkhellingen zijn net iets warmer dan de rest van de regio, en zorgen voor een typische dieren- en plantenwereld. Heel wat soorten die eigenlijk voornamelijk in zuidelijkere gebieden voorkomen, vind je daarom hier terug. Elk jaar komen er zo bijvoorbeeld heel wat orchideeën- en vlinderliefhebbers naar de regio, op zoek naar de meest zeldzame soorten.
Gina en ik gingen, met succes, vooral op zoek naar hazelwormen en gladde slangen.
De kalkhellingen zijn voornamelijk aan één kant van de Viroin-rivier te vinden. Aan de andere kant zijn dan weer de typisch Ardense uitgestrekte bossen. Hier leeft zowat elk groot zoogdier dat je in België kan vinden: everzwijnen, edelherten, dassen, wilde katten, boommarters,… Ook heel wat specialere vogelsoorten kom je hier geregeld tegen: zwarte ooievaars, oehoes, grauwe klauwieren en naar het schijnt leeft in de ruime regio zelfs een populatie hazelhoenen…
Op zoek naar zomertortels kwamen we toevallig een ringer tegen die ons de locatie van een oehoenest doorgaf. De plek kende ik niet, dus gingen we een kijkje nemen. De ringer zei dat we de slagerij van het dorpje moesten zoeken en dan gewoon naar boven kijken. De slagerij hadden we snel gevonden, boven de slagerij was een kleine rotshelling. En inderdaad, na even zoeken zagen we een groot oehoejong tussen wat begroeiing zitten! Het jong stond op het punt van uit te vliegen.
Vooral de bosranden zijn heel interessant. Zo konden we toch enkele zeldzame grauwe klauwieren zien. Dit zijn zangvogeltjes met een ietwat gekromde snavel, die voornamelijk op zoek naar grote insecten, die ze soms ter bewaring prikken op prikkeldraad of doorns. Soms jagen ze zelfs op kleinere vogeltjes, muizen of hagedissen.
Verder heel wat geelgorzen, goudvinken, appelvinken,… Allemaal soorten die het bij ons niet zo goed meer doen.
De Viroin is een eindje rijden (tegen de Franse grens), maar is zeker en vast de moeite om een keer naartoe te gaan!
Hieronder kan je een filmpje zien over de Viroin. Vul hiernaast je mailadres ook in, zodat je op de hoogte kan gehouden worden van nieuwe filmpjes of blogposts!
Schitterende opnamen van al het mooie dat de streek biedt en ze bevestigen maar weer eens jouw professionalisme, mooie bijhorende muziek en commentaar die samen met de beelden resulteren in een prachtig filmpje. Heerlijk ook om dit alles met jullie tweetjes te beleven.
Hier in de omgeving vind je op verscheidene plaatsen nog geelgorzen, je hoort vrij regelmatig hun liedje en af en toe, als ze niet verscholen zitten tussen het gebladerte, zie je ze ook. Sommigen beweren dat de eerste tonen van de 5de symfonie van Beethoven een sterke gelijkenis vertonen met de zang van de geelgors en ja, misschien wel. Groetjes vr jullie Magda
PS. Rob en Stan zijn het voorbije weekend niet gekomen vandaar dat Voeren geprogrammeerd staat voor augustus zodra ze terug zijn uit vakantie.
Subliem. Bravo. Hazelhoen is definitief verdwenen uit,Wallonië, enkel in Duitstalig gedeelte mss nog beperkte populatie.