We gaan geregeld naar de Oostenrijkse alpen, waar heel wat spectaculaire dieren leven zoals alpensteenbokken, gemzen, steenarenden,… Iets minder spectaculair, maar daarom niet minder speciaal, is de vogel die we tot aan de boomgrens het vaakst tegenkomen: de notenkraker (Nucifraga caryocatactes). Overal hoor je wel zijn typische gekras. Soms van dichtbij, soms van enkele kilometers verderop.
Zoals de naam al een beetje aangeeft zijn het echte zaadeters. Ze gaan continu op zoek naar de zaden van voornamelijk dennenbomen.
Notenkrakers hebben een speciale relatie met de alpen-den of Pinus cembra. Deze dennensoort vind je meestal ter hoogte van de boomgrens. De dennen kunnen erg oud en indrukwekkend van omvang worden. Net zoals bij andere dennen-bomen, zitten hun zaden verstopt in de kegels (dennenappels). Als de kegel van de boom valt, belandt die op de grond. De kegel rot weg, de zaden blijven achter, en met wat geluk kunnen hier dan de nieuwe bomen uit ontstaan. Maar net zoals dit voor dieren het geval is, is het ook voor bomen en planten goed om hun genen wat verder te verspreiden. Sommige zaden verspreiden zich via de wind (de zaadjes van paardenbloemen waar we zo graag tegen blazen), andere zaden blijven kleven aan de vacht van dieren tot ze kilometers verder weer afvallen (kleefkruid), nog anderen zaden zitten verpakt in iets lekkers (vruchten) en worden gewoon rechtstreeks opgegeten en belanden via de uitwerpselen ergens anders (de uitwerpselen van dassen zitten in de juiste periode vol met kersenpitten),….
Notenkrakers hebben een speciale relatie met de alpen-den of Pinus cembra. Deze dennensoort vind je meestal ter hoogte van de boomgrens. De dennen kunnen erg oud en indrukwekkend van omvang worden. Net zoals bij andere dennen-bomen, zitten hun zaden verstopt in de kegels (dennenappels). Als de kegel van de boom valt, belandt die op de grond. De kegel rot weg, de zaden blijven achter, en met wat geluk kunnen hier dan de nieuwe bomen uit ontstaan. Maar net zoals dit voor dieren het geval is, is het ook voor bomen en planten goed om hun genen wat verder te verspreiden. Sommige zaden verspreiden zich via de wind (de zaadjes van paardenbloemen waar we zo graag tegen blazen), andere zaden blijven kleven aan de vacht van dieren tot ze kilometers verder weer afvallen (kleefkruid), nog anderen zaden zitten verpakt in iets lekkers (vruchten) en worden gewoon rechtstreeks opgegeten en belanden via de uitwerpselen ergens anders (de uitwerpselen van dassen zitten in de juiste periode vol met kersenpitten),….
De notenkraker helpt op zijn manier de alpen-den, en andersom. In de winter is er voor de notenkraker weinig voedsel te vinden. Daarom verstopt elke vogel in de herfst heel wat zaden over zijn territorium. Met zijn snavel peutert hij de zaadjes uit de kegels. Tot 25.000 (!) kan hij er zo verstoppen. Om niet voor elk zaadje op en neer te moeten vliegen, heeft de notenkraker een speciale krop waarin hij zadenpakketjes van ongeveer 200 zaadjes kan verzamelen om ze naar een verstopplaats te brengen, soms tot enkele kilometers verwijderd van de boom. Hij graaft telkens een hoopje zaden onder de grond.
Breekt de koude, barre Alpen-winter aan, dan vertrouwt de notenkraker op die verstopte zaadpakketjes. En met succes, wat notenkrakers zijn zoals de meeste kraaiachtigen erg intelligente vogels. Tot 90% van die verstopte pakketjes weet hij gedurende de winter terug te vinden. Maar de overige 10% blijft liggen, en onder de juiste omstandigheden ontkiemen ze, waardoor de alpen-den zo zijn zaden, en dus ook zijn genen, kan verspreiden. Een win-win-situatie dus, zowel voor de den als voor de notenkraker!
Het hout van de alpen-den wordt trouwens vaak gebruikt om meubels te maken. Bewezen is dat dit hout zelfs een anti-bacteriële en antischimmelwerking heeft. En niet te vergeten, de typische zirbe-schnaps. Een aanrader! 😉
Het hout van de alpen-den wordt trouwens vaak gebruikt om meubels te maken. Bewezen is dat dit hout zelfs een anti-bacteriële en antischimmelwerking heeft. En niet te vergeten, de typische zirbe-schnaps. Een aanrader! 😉